Anijs komt oorspronkelijk uit de oostelijke Middellandse Zee en is een van de oudst bekende kruidenplanten, die zowel voor culinaire als medicinale doeleinden wordt gebruikt, dankzij de zoete en zeer aromatische zoethoutsmaak. Via de Romeinen, die na zware maaltijden anijs gekruide taarten serveerden om de spijsvertering te bevorderen, werd het door Romeinse legioenen door heel Europa verspreid. Anijszaden, geheel of gemalen, worden gebruikt in thee en voor zoetwaren, evenals in een grote verscheidenheid aan regionale en etnische likeuren, bijvoorbeeld Griekse ouzo, Italiaanse sambuca en Franse pastis, om er maar een paar te noemen. Van zijn vele kwaliteiten, 'het wekt lichamelijke lust op', weert het boze oog af en houdt nachtmerries weg als het onder iemands kussen wordt geplaatst.