Een Ophiocordyceps camponoti spore ligt op de loer op de bosbodem totdat het wordt aangeraakt door een ongelukkige timmermier. Na het binnendringen van het exoskelet van de mier en het ontwijken van zijn immuunsysteem, consumeert Cordyceps het wezen van binnenuit terwijl het groeit. Uiteindelijk is de ongelukkige gastheer nauwelijks in staat om te functioneren. Tegen die tijd is zijn zenuwstelsel gekaapt om namens de parasiet een laatste taak uit te voeren. De mier wordt gedwongen om een laatste rustplaats te zoeken die de optimale plek zal worden voor Cordyceps om zich voort te planten. Na het beklimmen van het uiteinde van een takje, blad of grasspriet, bijt de mier hard toe en sterft uiteindelijk. Cordyceps barst los met vruchtlichamen - kleine paddenstoelen - om zijn sporen terug naar de bosbodem te verspreiden. Dubbel gepost, zacht emaille. Wordt geleverd op een Bug Box achterkaart met soortidentificatie.