Het boek Amos begint met een gebrul. In de openingsverzen laat God zijn stem horen en roept hij alle mensen op om zich te bekeren van hun kwaad en het leven in Hem te zoeken. In de tijd van Amos handelden de naties uit gewelddadige minachting voor het menselijk leven, onderdrukten ze vrouwen en slaven en zochten ze redding van geschapen idolen. Het volk van God deed het niet veel beter door Gods Woord te negeren, hun status te misbruiken en rijkdom te verwerven ten koste van de meest kwetsbare mensen. De profeet Amos werd geroepen om de woorden te delen van een God die niet werkeloos toekijkt terwijl Zijn naam wordt onteerd en Zijn beelddragers worden misbruikt, gewond en gebroken. In plaats daarvan profeteerde Amos hoe Gods volmaakte liefde gerechtigheid vereist.