Een ijverige kleine muis bouwt een huis in een kool. De vrijers dringen zich op, ongelovig: een huis en geen man? De muis wijst ze allemaal af, beoordeelt hen op hun vermogen om een deuntje te zingen... tot ze die ongevaarlijke kitten ontmoet, met zijn zachte gespin. Onverbiddelijk wordt de kitten een kat, en in overeenstemming met zijn aard, verslindt hij uiteindelijk zijn muis-vrouw. Deze feministische fabel richt zich op de gevaren van het huiselijk leven en viert de artistieke creatie. De strakke, betoverende proza gaat in dialoog met de verfijnde en indrukwekkende beelden van Violeta Lópiz.