Insecten, kwallen, wilde paarden, orkanen. Haaientanden en coyotes. Zussen die tafels bedienen. Mannen die naar zee gaan en dan thuiskomen om met onze moeders in de familiekeuken te dansen. Dit zijn enkele van de levende, ademende banden die een lichaam aan een plek binden. Deze collectie wemelt van een verlangen naar verbinding met de natuurlijke wereld. Het vraagt: "Hoe komt een persoon ergens thuis?" en het antwoordt keer op keer dat als verbinding inderdaad mogelijk is, het alleen is in momenten waarin we onszelf herkennen in wat als anders wordt beschouwd, dat de momenten vluchtig zijn als zilvervisjes over een kale vloer. Zijn we comfortabel met ongemak? Kunnen we in de spiegel kijken? Wanneer de langstaartwezel ons zijn prooi laat zien, durven we dan onze ogen open te houden?—L.L. Henley, Starshine Road (Perugia Press)