In juni 1972 worden vijf mannen gearresteerd in het Watergate-gebouw in Washington. Wat lijkt op een derdegraads inbraakpoging op het hoofdkwartier van het Democratisch Nationaal Comité, zet journalisten Bob Woodward en Carl Bernstein van de Washington Post aan tot een grondig onderzoek. In de daaropvolgende twee jaar ontdekken ze dat de vijf mannen vanuit het Witte Huis werden aangestuurd om politieke tegenstanders te bespioneren. Als gevolg daarvan treedt president Richard Nixon in 1974 af om een afzettingsprocedure te vermijden. In Watergate neemt een speler de rol van een journalist aan, terwijl de andere de Nixon-administratie belichaamt, elk met een unieke set kaarten. Om te winnen moet de Nixon-administratie genoeg momentum opbouwen om het einde van de presidentiële termijn te halen, terwijl de journalist genoeg bewijs moet verzamelen om twee informanten direct aan de president te koppelen. Natuurlijk zal de administratie er alles aan doen om elk bewijs te smoren.